Begrippen
Klanten waarvan de onderneming vermoedt dat zij hun openstaande factuur niet – of niet volledig – zullen betalen.
Methode voor het vormen van een voorziening waarbij de toevoeging niet elke maand gelijk is, maar afhankelijk is van een andere grootheid (bijvoorbeeld de omzet).
Het overdragen van de debiteurenportefeuille aan een gespecialiseerd bedrijf (het factoorsbedrijf), dat het grootste deel van de openstaande vorderingen direct uitbetaalt aan de onderneming, maar hiervoor wel een vergoeding vraagt.
Voorziening die wordt gevormd voor uitgaven die de onderneming moet doen in verband met defecte producten.
Voorraad die je niet meer kunt verkopen.
Toeslag die een debiteur moet betalen als hij zijn openstaande vordering niet op
tijd betaalt.
Korting die de klant krijgt als hij zijn openstaande vordering op tijd betaalt.
Verschil tussen het openstaande saldo en de kredietlimiet.
Voorziening die wordt gevormd voor toekomstig groot onderhoud.
Vordering waarvan zeker is dat een klant die niet zal betalen.
Overzicht waarop de openstaande posten worden ingedeeld naar het aantal dagen dat ze al openstaan.
Overzicht van de vordering per debiteur op een bepaalde datum.
Balanspost die wordt gevormd in verband met toekomstige verplichtingen waarvan nog niet zeker is wanneer ze zich zullen voordoen en welk bedrag hiermee gemoeid is.
Voorziening die wordt gevormd voor vorderingen op debiteuren die vermoedelijk niet
ontvangen zullen worden.
Klanten waarvan de onderneming vermoedt dat zij hun openstaande factuur niet – of niet volledig – zullen betalen.
Methode voor het vormen van een voorziening waarbij de toevoeging niet elke maand gelijk is, maar afhankelijk is van een andere grootheid (bijvoorbeeld de omzet).
Het overdragen van de debiteurenportefeuille aan een gespecialiseerd bedrijf (het factoorsbedrijf), dat het grootste deel van de openstaande vorderingen direct uitbetaalt aan de onderneming, maar hiervoor wel een vergoeding vraagt.
Voorziening die wordt gevormd voor uitgaven die de onderneming moet doen in verband met defecte producten.
Voorraad die je niet meer kunt verkopen.
Toeslag die een debiteur moet betalen als hij zijn openstaande vordering niet op
tijd betaalt.
Korting die de klant krijgt als hij zijn openstaande vordering op tijd betaalt.
Verschil tussen het openstaande saldo en de kredietlimiet.
Voorziening die wordt gevormd voor toekomstig groot onderhoud.
Vordering waarvan zeker is dat een klant die niet zal betalen.
Overzicht waarop de openstaande posten worden ingedeeld naar het aantal dagen dat ze al openstaan.
Overzicht van de vordering per debiteur op een bepaalde datum.
Balanspost die wordt gevormd in verband met toekomstige verplichtingen waarvan nog niet zeker is wanneer ze zich zullen voordoen en welk bedrag hiermee gemoeid is.
Voorziening die wordt gevormd voor vorderingen op debiteuren die vermoedelijk niet
ontvangen zullen worden.
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.