Bedrijfseconomie 2.1
De kandidaat stelt de financiële situatie van een bedrijf vast met behulp van diverse kengetallen (formuleblad).
Kengetallen - Liquiditeit
Voor de financiële positie van een onderneming is de liquiditeit van een onderneming erg belangrijk. Een onderneming is liquide als zij haar kortlopende schulden kan betalen.
Het beoordelen van de liquiditeit kan op twee manieren plaatsvinden:
1. op een bepaald moment aan de hand van een liquiditeitsbalans;
2. in de tijd door het opstellen van een liquiditeitsbegroting.
Een liquiditeitsbalans geeft inzicht in de liquiditeit van een onderneming op een bepaald moment. De balansposten zijn onderverdeeld in vijf groepen: vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen.
Aan de hand van een (liquiditeits)balans kun je de liquiditeit beoordelen met behulp van liquiditeitskengetallen of liquiditeitsratio’s.
Er zijn de volgende liquiditeitskengetallen:
· current ratio;
· quick ratio;
· netto werkkapitaal;
· cashflow.
De current ratio is een liquiditeitskengetal dat de verhouding weergeeft tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen.
In formulevorm:
De quick ratio geeft net als de current ratio de verhouding weer tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen, met als verschil dat de voorraden buiten beschouwing blijven.
In formulevorm:
Het netto werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen.
In formulevorm:
De cashflow is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een onderneming.
Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven. Hierbij kijk je niet naar een bepaald moment, zoals bij de liquiditeitskengetallen, maar naar de liquiditeit gedurende een bepaalde periode.
Een resultatenbegroting of exploitatiebegroting is een overzicht van toekomstige opbrengsten en kosten.
Kengetallen - solvabiliteit
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate een onderneming in staat is om bij opheffing haar schulden te betalen.
Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het kort vreemd vermogen, zoals bij het beoordelen van de liquiditeit gebeurt, maar naar al het vreemd vermogen, dus alle schulden.
Er zijn meerdere kengetallen die worden gebruikt om de solvabiliteit te beoordelen:
– de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen;
In formulevorm:
Dit kengetal geeft aan welk deel van de bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen. Hoe hoger dit kengetal, hoe beter de solvabiliteit.
– de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen.
In formulevorm:
Dit kengetal wordt de debt ratio genoemd en geeft aan welk deel van de bezittingen is gefinancierd met vreemd vermogen. Hoe lager de debt ratio, hoe beter de solvabiliteit.
– de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen.
In formulevorm:
De som van de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen en de debt ratio (de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen) is altijd 1.
Kengetallen - Rentabiliteit
De rentabiliteit van een onderneming is de verhouding tussen de opbrengst van het vermogen en het gemiddelde vermogen waarmee de opbrengst is behaald.
Er zijn de volgende rentabiliteitskengetallen:
· REV: de rentabiliteit van het eigen vermogen;
· RTV: de rentabiliteit van het totale vermogen;
· RVV: de rentabiliteit van het vreemd vermogen.
De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) geeft de verhouding weer tussen de opbrengst van het eigen vermogen (de nettowinst na belasting) en het eigen vermogen.
De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) geeft de verhouding weer tussen de opbrengst van het totale vermogen (nettowinst voor belasting + interestkosten) en het totale geïnvesteerde vermogen.
De rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) geeft de verhouding weer tussen de kosten van het vreemd vermogen (de betaalde interest) en het vreemd vermogen. Dit kengetal geeft aan hoeveel het vreemd vermogen kost.
Formule hefboomeffect:
Kengetallen - Activiteitsratio's
Met behulp van activiteitskengetallen (of activiteitsratio’s) beoordeel je de activiteiten van de aanwezige activa. In deze activa is geld geïnvesteerd en de activiteitskengetallen helpen om te beoordelen of deze investering voldoende oplevert.
Er zijn onder andere de volgende activiteitsratio’s:
· krediettermijn debiteuren;
· krediettermijn crediteuren;
· omzetsnelheid van de voorraad;
· opslagduur van de voorraad.
De krediettermijn debiteuren geeft aan hoelang een onderneming krediet geeft aan haar afnemers.
De krediettermijn crediteuren geeft aan hoelang een onderneming krediet krijgt van haar leveranciers.
De omzetsnelheid van de voorraad geeft aan hoeveel keer per periode de gemiddelde voorraad wordt verkocht.
De opslagduur van de voorraad geeft aan hoelang de voorraad gemiddeld ligt opgeslagen in het magazijn.